Examens
Het examenprogramma begint in het voorexamenjaar, voor het vmbo (basis en kader) begint het examenprogramma dus in leerjaar 3. Leerlingen halen cijfers op schoolexamens (SE) die meetellen voor het eindexamen. De schoolexamens worden gedurende beide schooljaren afgenomen. Soms is het mogelijk SE’s te herkansen, de afspraken hierover staan in het programma toetsing en afsluiting (PTA).
Elk jaar vinden in mei de centrale eindexamens (CE) plaats. Leerlingen worden hierop voorbereid door middel van examentrainingen per vak. De examens worden afgenomen in tijdvakken. Tijdvak 1 wordt afgelegd door alle eindexamenkandidaten en tijdvak 2 wordt afgelegd door de kandidaten die een herexamen doen. In bijzondere gevallen, zoals langdurige ziekte, is het mogelijk een examen in tijdvak 3 af te leggen. De afspraken en regelgeving rondom het centraal eindexamen zijn na te lezen in onderstaand examenreglement.
Downloads
Het cijfer op de eindexamencijferlijst is het gemiddelde van het SE en het CE cijfer. Sommige vakken worden afgesloten met enkel een schoolexamen.
Een examenkandidaat is geslaagd als:
- De cijfers voor het Centraal Examen (CE) gemiddeld voldoende (5,5 of hoger);
- de rekentoets is gemaakt;
- voor Nederlands minimaal een 5 is behaald;
- er één 5 is behaald en verder 6 of hoger;
- er één 4 is behaald en verder 6 of hoger, waaronder tenminste één 7 of hoger;
- er twee vijven zijn behaald, verder 6 of hoger, waaronder tenminste één 7 of hoger;
- er voor de 4 verplichte beroepsgerichte keuzevakken niet lager dan een 4 is gehaald;
- LO en kunstvakken met een “voldoende” of “goed” zijn afgesloten
- er een loopbaandossier is gemaakt volgens het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA).
Let op:
- Met een eindcijfer lager dan een vier ben je sowieso gezakt.
- Het loopbaandossier zie je niet terug op je cijferlijst.
- Je eindcijfer voor de rekentoets staat in een aparte bijlage bij je cijferlijst.
- Voor lichamelijke opvoeding, maatschappijleer en kunstvakken 1 heb je geen centraal examen gedaan. Het cijfer voor je schoolexamen is ook je eindcijfer.
Hoe bereken je je eindcijfers?
Stel, je hebt voor Nederlands een 5,3 voor je schoolexamen en een 7,4 voor je centraal examen. Je berekent dan het gemiddelde van deze cijfers: 1. Je telt de cijfers op: 5,3 + 7,4 = 12,7. 2. Je deelt 12,7 door 2. 3. Je gemiddelde eindcijfer is 6,35. 4. Dit eindcijfer rond je naar beneden af. Je hebt dus voor Nederlands een eindcijfer 6.
Hoe bereken je je combinatiecijfer?
Stel, je hebt voor de 4 beroepsgerichte keuzevakken de volgende cijfers gehaald: 7, 6, 5 en 8. Dan bereken je je combinatiecijfer als volgt: 1. Je telt de cijfers op, dus: 7 + 6 + 5 + 8 = 26. 2. Je deelt dit getal door 4, dus: 26 : 4 = 6,5. 3. Je rondt dit getal naar boven af. Je hebt dan het combinatiecijfer 7.